Salduz 3

Salduz

Brusselse procureur Bruna Bulthé is niet zinnes zijn controversiële circulaire over Salduz in te trekken. ‘Ik verzeker u: onze manier van werken leidt niet tot straffeloosheid.’

 

 

Van onze redacteurs

Veiligheidsexperts en politici van ongeveer alle strekkingen vielen afgelopen dagen over elkaar heen om hun afkee uit te schreeuwen over de nieuwe manier van werken van het Brusselse parket. Dat had een lijst verspreid onder alle politiezones van het gerechtelijke arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. Daarop staan 51 soorten misdrijven waarvoor de politie verdachten niet meer onmiddelijk verhoort.

Autodieven en heroïnedealers bijvoorbeeld. Die krijgen voortaan te horen dat ze zich enkele dagen later uit eigen beweging bij de politie moeten aanbieden, eventueel met hun advocaat erbij. Want de rondzendbrief is een reactie op de inwerkingtreding van de Salduz-wet die bepaalt dat bij verhoor van een verdachte ook een advocaat aanwezig moet zijn.

De Brusselse procureur des Konings, Bruno Bulthé, toevallig met vakantie, liet de afgelopen dagen zijn slaap niet voor het politiek gekrakeel dat ontstond. Gistermiddag poogde hij thuis zelfs een boekenkast in elkaar te zetten.

U zegt dat u de commotie niet begrijpt. Maar de lijst van overtreders die van u niet langer verhoord moet worden, oogt toch zeer indrukwekkend.

Bruno Bulthé: ‘Ik begrijp inderdaad de commotie niet, vooral omdat onze rondzendbrief er komt op uitdrukkelijk vraag van onze politiekorpsen. Die wilden concreet weten hoe ze de Saldus-wet in de praktijk moesten brengen. Toch even schetsen: als de politie iedereen die ze oppakt ook meteen gaat verhoren –wat vandaag de dag betekent dat ze soms 2 uur en langer op een advocaat moeten wachten- dan zitten ze dagelijks met 80 of meer politieagenten die urenlang met hun duimen zitten te draaien. Dat gaat niet. Daarmee brengen we de werking van de Brusselse politiekorpsen in het gedrang.’

Maar is het dan geen brug te ver om betrapte autodieven meteen na hun arrestatie weer naar huis te sturen?

‘Men heeft de zaken de afgelopen dagen serieus verdraaid. Elke arrestatie wordt door het Brusselse parket en de betrokken politieagenten tegen het licht gehouden. En wanneer het over een voldoende ernstige zaak gaat, zullen we die dader ook meteen verhoren. Weet u wat voor iemand we weer naar huis sturen, zonder dat die meteen wordt verhoord? Iemand die op de luchthaven van Zaventem wordt betrapt met een mes dat hij per ongeluk bij zijn bagage had gestoken. Aan die categorie mensen vragen we om enkele dagen later zelf naar de politie te komen voor een verhoor, eventueel in gezelschap van hun advocaat. Iemand die wordt betrapt met 2 kalasjnikovs in zijn koffer zal het uiteraard meteen mogen uitleggen.’

Van de straffeloosheid waarvoor politici nu vrezen, is dus geen sprake?

‘Maar neen. Ook het lik-op-stuk-beleid naar jonge Brusselse criminelen toe blijft intact. Wij kennen onze pappenheimers. Als de politie die oppakt, krijgen zij uiteraard niet de booschap om zich enkele dagen later te komen aanbieden. Die worden meteen verhoord. Ik verzeker u: op het iende van deze maand zal blijken dat het aantal mensen dat ter beschikking is gesteld van het parket, even hoog zal zijn als voor deze rondzendbrief. Nogmaals, we creëren hiermee geen straffeloosheid.’

Tal van politici eisten de afgelopen dagen de intrekking van uw rondzendbrief. Daar denkt u niet aan?

‘(fel) Neen. daar denk ik inderdaad niet aan. Al sta ik open voor bijsturingen vanuit de verschillende politiekorpsen. Ik begrijp ook niet goed hoe we deze rondzendbrief zouden kunnen intrekken. Wie gaat dan op korte termijn de tientallen politiemensen leveren om iedere opgepakte verdachte meteen te kunnen verhoren? En wie gaat mij 20 parketmagistraten bij geven om al die dossiers te verwerken?

Een slechte wet, de Salduz-wet?

‘Neen, dat hoort u mij niet zeggen. Het vraagt wél een andere manier van werken van zowel politie als parket. Als ik de commentaren op onze circulaire hoor, vrees ik echter dat een aantal mensen dat niet helemaal goed begrepen heeft.’

BROB: De Standaard 6-1-2012