Wat doet een gevangenisstraf met je gezondheid?

Wat doet een gevangenisstraf met je gezondheid?

 

Een verblijf in de gevangenis brengt negatieve gevolgen met zich mee. Men spreekt van detentieschade: verlies van baan, inkomen (en hierdoor vaak ook huisvesting), het stigma van het strafblad welke de re - integratie op de arbeidsmarkt ontzettend bemoeilijkt, een volledige ontwrichting van je sociale leven... Maar de schade gaat verder. Vrijheidsberoving kraakt een mens. Eenzaamheid en sociaal isolement ondermijnen de draagkracht van mensen. Een vrij onzichtbaar probleem, met een zeer negatieve effecten op de gezondheid.

Deze schadelijke effecten van de detentie zijn niet in het minst toe te schrijven aan het feit dat de vrijheidsstraf wordt uitgevoerd in een gevangenis; een instituut dat het totale leven van de mens in al zijn facetten beheerst en dat tevens ertoe neigt het individu tot een object of nummer te maken. Aan de gedetineerde worden de mogelijkheden ontnomen om de persoonlijke verantwoordelijkheid voor zijn  leven en voor dat van anderen in handen te nemen; een situatie van verregaande afhankelijkheid van anderen welke de zelfredzaamheid aanzienlijk aantast.

 

De gedetineerde wordt losgescheurd van alle sociale levensruimten die hem tevoren een gevoel van eigenwaarde gaven. De rol van echtgenoot, vader, kostwinner, werkcollega, buur, kameraad  … werd van hem afgenomen of is fundamenteel aangetast. Spijts de veelvuldige contacten met medegedetineerden en een steeds soepelere bezoekregeling (sedert enkele jaren kan de opgeslotene samen met z’n partner ook van zogeheten ‘ongestoord bezoek’ – lees: intiem bezoek – genieten) blijkt, in praktijk, voornamelijk dat de gevoelswereld van de gedetineerde volkomen verstoord en ontwricht geraakt. Concreet hebben we het dan over storingen in de affectieve gevoelswereld: de gedetineerde heeft, door de verwijdering uit de samenleving, lange tijd geen waardige affectiviteitsbeleving meer. Ook bij het opnieuw beleven van diepgaandere menselijke relaties; de zoektocht naar een (nieuwe) levenspartner kunnen er ernstige aanpassingsproblemen optreden.

In de gevangenis, en vanuit simpele overlevingsdrang, heeft men z’n emotionele vaardigheden zodanig lang in het spreekwoordelijke vriesvakje van de ijskast gestopt, dat men het vermogen over de emotionele en relationele vaardigheden geheel of gedeeltelijk kwijt is. Ze zijn geblokkeerd. Vastgeroest. Afgestompt.

 

Gedetineerden kunnen afglijden in negatieve gevoelens van onzekerheid, angst, wanhoop, onrust en depressie. Deze gevoelens leiden vaak tot een doodswens, de moreel consulenten van de Stichting voor Morele Bijstand aan Gevangenen worden hier regelmatig mee geconfronteerd. Mensen plegen zelfdoding of ondernemen suïcidale gedragingen wanneer zij in ernstige emotionele problemen verkeren.

het Handboek suïcidaal gedrag noemt de aanwezigheid van depressieve symptomen, slaapstoornissen, negatieve perceptie van de eigen gezondheid en afwezigheid van hechte relaties als factoren met voorspellende waarde voor suïcide. Andere risicofactoren zijn: angst en paniek, alcohol en drugsmisbruik, verlies of dreigend verlies, lichamelijke aandoeningen, sociaal isolement. Hopeloosheid lijkt de belangrijkste algemene psychologische kwetsbaarheidfactor te zijn en van alle mensen die suïcide plegen, leed ten minste 75% aan een affectieve stoornis.

 

Vrijheid blijheid?

Men hoeft er echt geen uitgebreide, wetenschappelijke studies over te raadplegen om te beseffen dat deze vorm van psychische detentieschade, zeker na een zeer langdurige celstraf, nog jaren na  vrijlating kan blijven nawerken. Het is een proces waarvan de opgeslotene zich tijdens de detentie reeds op pijnlijke wijze bewust is, waarmee men welhaast iedere dag van de hechtenis geconfronteerd wordt.

 

Spijts de intentie van de overheid detentieschade zoveel mogelijk te beperken, blijkt dit in de praktijk onhaalbare wishful thinking: iemand uit z’n normale leefomgeving verwijderen, tegelijk verwachten dat die persoon zich in de nieuwe, abnormale leefwereld –die de gevangenis de facto is- normaal zal gedragen, is een welhaast onhaalbare doelstelling. Vaak werkt die detentieschade contraproductief aan wat de samenleving met de gevangene voor ogen had: van hem opnieuw een normaal, sociaal functionerend burger maken. Iemand die echter lange tijd uit de maatschappij werd verwijderd, kan in vele gevallen gewoonweg niet meer normaal functioneren.

 

Gezondheidszorg achter tralies

 

Wat zegt de Basiswet?

Art. 87 De gezondheidszorg in de gevangenissen omvat:

1. de diensten verstrekt door de zorgverleners met het oog op het bevorderen, vaststellen, behouden,             

    herstellen of verbeteren van de lichamelijke en geestelijke gezondheidstoestand van de patiënt;

2. de bijdrage van de zorgverleners tot de gezondheidspreventie en gezondheidsbescherming van het

    personeel en van de gedetineerden.

3. de bijdrage van de zorgverleners tot de re – integratie van de gedetineerde in de samenleving.

 

Art. 88 De gedetineerde heeft recht op een gezondheidszorg die gelijkwaardig is met de gezondheidszorg in de vrije samenleving en die aangepast is aan zijn specifieke noden.

 

Art. 94 Wanneer een behandelende arts van oordeel is dat de geestelijke of lichamelijke gezondheid van een gedetineerde ernstig wordt geschaad door de voortzetting van de detentie of door enigerlei daarmee verband houdende omstandigheden, meldt hij dit, met instemming van de gedetineerde, aan de directeur en aan het diensthoofd van de dienst voor gezondheidszorg bij de penitentiaire administratie.

 

Discrepantie tussen theorie en prakrijk?

De Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen en de Commissies van Toezicht werden opgericht in 2003. Het behoort tot de opdracht van deze organen om (onafhankelijk) toezicht te houden op de bejegening van de gedetineerden en de ter zake geldende voorschriften. In het jaarrapport van de Centrale Toezichtsraad (2007) staat dat de meeste Commissies van Toezicht van oordeel zijn dat de gedetineerden niet kunnen terugvallen op een gezondheidszorg die evenwaardig is aan die voor de rest van de bevolking, in het bijzonder wat betreft de psychiatrische zorgen.

 

Wie onderzoek doet naar de situatie in de Belgische gevangenissen komt vroeg of laat bij het Observatoire Internationaal des Prisons (OIP) terecht. Het OIP is een niet – gouvernementele organisatie die in formatie over de situatie in de gevangenissen verzamelt en op basis daarvan wantoestanden aanklaagt. in haar jaarverslag van 2008 haalt zij met betrekking tot de gezondheidszorg volgende gebreken aan:

-          tekort aan personeel

-          tekort aan materiële middelen

-          organisatorische problemen

-          oude lokalen

-          ondermaatse kwaliteit van de zorg

-          geen beleid rond ziektepreventie

-          gebruik van illegale middelen door gedetineerden tijdens detentie

 

10% van de Belgische gevangenispopulatie werd vorig jaar bevraagd over hun drugsgebruik. Het was de 2e heer in 3 jaar tijd dat het Directoraat-Generaal Penitentiaire inrichtingen van de FOD Justitie en de vzw Modus Vivendi zo een onderzoek uitvoerden. Liefst 36,1% van de respondenten antwoordt drugs te gebruiken. Als redenen voor dat drugsgebruik geven de gevangenissen op, stress, 62% en het vergeten

van de problemen, 42%.