Een gevangenisdirecteur van één van de Vlaamse gevangenissen stelt een gevangeniswezen
mede verantwoordelijk voor de terreur; hij klaagt al jaren aan dat het regime de radicalisering
in de hand werkt.
Mensen die langere tijd in de gevangenis verblijven worden gevoeliger voor radicalisering .
Er is voor de veroordeelde geen zekerheid over de datum wanneer iemand vrij komt.
Gevangenen worden amper gevolgd en slecht voorbereid op reïntegratie.
Het lijkt dan ook dat de instelling gemaakt is tegen de gedetineerden.
Uniforme regimes voor gevangenen is niet houdbaar; er moet een humanere aanpak komen
en meer differentiatie.
Persoonlijke begeleiding komt vaak net voor het moment dat de gedetineerde vrijkomt;
de gedetineerde voelt dit aan alsof de interesse niet oprecht is; neemt de rol aan van voorbeeldige gevangene
en komt daardoor sneller in de maatschappij terug, maar de hulpmiddelen om in de maatschappij mee te
draaien krijgt hij niet.
Hoe moeilijk de individuen ook zijn, het moet draaglijk blijven. En communicatie aangaan.
Dat is de les die een samenleving uit het werken binnen de gevangenis kan leren.
Je kunt problemen niet oplossen door contacten te verbreken.
Door te stellen dat door opsluiting het probleem van de baan is, is een illusie.
Detentie moet een gezicht krijgen in de samenleving.
Het is een gedeelte verantwoordelijkheid voor alle burgers.
Marijke Hermans in Knack 20160427,pp 9-12