Experiment

 

Hulpeloze honden

Het experiment.

Hoewel we de Amerikaanse psycholoog Martin Selgman tegenwoordig vooral kennen als geluksonderzoeker en grondlegger van de positieve psychologie, vulde hij zijn tijd in de jaren '60 met minder prettige zaken. Samen met zijn collega Steve Maier experimenteerde hij namelijk op honden door ze elektrische schokken toe te dienen. Sommige honden konden de schokken stoppen door een knop in te drukken, bij andere honden werkte de knop niet. War deze laatste groep ook probeerde, ze konden niet ontsnappen aan de pijnlijke behandeling. Daarna werden de honden in een nieuwe experimentele situatie geplaatst. Daarin konden ze aan elektrische schokken ontsnappen door simpelweg over een scheidingswand naar de andere kant te springen van de kooi.

Het resultaat

Opmerkelijk genoeg grepen niet alle honden de kans op ontsnapping aan. Het overgrote deel van de honden die eerder geen controle hadden gehad over hun lot, probeerde niet eens aan de pijnlijke ervaring te ontkomen. Zij lagen jankend op de grond en ondergingen hun lot gelaten. Deze reactie wordt sindsdien ook wel de 'aangeleerde hulpeloosheid genoemd.

Wat we ervan geleerd hebben

Dat wie geen controle heeft over zijn lot, daardoor depressief kan raken. Als je niet weet of wat je doet zin heeft, ga je snel bij de pakken neerzitten.

Hygiëne op cel

Een penitentiair bewakingsassistent (PBa) uit Leuven vertelt haar ervaringen.

Alleen

in de gevangenis is het niet makkelijk om de band met familie en vrienden te onderhouden, maar het is net achter de muren dat je je vaak alleen voelt en dat je snakt naar contact met je naasten. Sommigen onder jullie hebben dan net veel contact met familie en vrienden. Anderen verzeilen misschien in een situatie waar vrienden en familie niet meer willen komen of waar het contact langzaamaan verwatert. Soms vind je tussen de muren een vriend met een luisterend oor, soms niet. Voelen jullie je verdomd alleen tussen de muren? Of net niet?

Reflecties over gevangenisonderzoek in België.

Verjaardagen en jubilea zijn niet alleen een moment van viering, maar tevens een gelegenheid om stil te staan bij het verleden en tegelijkertijd vooruit te kijken. Met 150 jaar Leuven Centraal -  de aanleiding voor dit themanummer – dient zich een moment aan om een stand van zaken op te maken, om te reflecteren. In deze bijdrage wenden we die ‘verjaardag’ aan omstil te staan bij gevangenisonderzoek. Op zich heeft Leuven Centraal een bijzondere relatie met gevangenisonderzoek. We wensen ons in dit stuk evenwel niet te beperken tot wat gebeurd  is in één gevangenis, maar in te gaan op gevangenisonderzoek in België. Daarbij kan een terugblik op een onderzoek met enkele bijbehorende reflecties niet afwezig blijven. Dat wijst alvast p het eerste deel van de titel: ‘reculer’, een beetje inhouden, afstand nemen. Of er, zoals de Franse uitdrukking suggereert, na de beschouwingen beter gesprongen kan worden, of er met andere woorden beter of anders zal aangekeken en/of omgegaan worden met gevangenisonderzoek in België, dat valt nadien nog te bekijken.

Getuigenis van een ex-gedetineerde

                                                       Laat de deur op een kier....

 

 

Onafhankelijk van de duur van het gevangen zijn, slaat de detentie vanaf dag één een kloof in je leven en in dat van anderen. Een kloof die op een of andere manier moet overbrugd worden. Als alle bruggen met de buitenwereld zijn opgeblazen is dit een heel zware opdracht. Maar het kan ook een beginpunt, een keerpunt, ja zelfs een nieuwe start worden. De gedachte om opnieuw te kunnen of te willen beginnen, kronkelt als een rode draad doorheen het verblijf in de gevangenis. Voor bijna iedere gedetineerde gaat ooit de poort terug open. Ooit maakt iedere gedetineerde terug deel uit van de maatschappij. Dan woont hij bij jou in de buurt, zit hij naast jou op de trein of staat hij achter jou aan de kassa van de supermarkt. Om met een redelijke kans op slagen je plaats in de maatschappij terug op te kunnen nemen, is meer, veel meer nodig dan een donkere cel, opgesloten en afgesloten van elke realiteit. Hoe het gevangenisgebouw eruitziet is minder belangrijk. Maar welke geest, welke mentaliteit, en welk gevoel waait er door de gangen? Deze wind zal je de weg wijzen en je meevoeren naar de toekomst.

Mensen in de kleine wereld van de gevangenis. Wie zijn ze, wat doen ze, wat drijft hen…

Het zijn mensen die voor een bepaalde periode afgesloten samenleven maar daarna terug een plaats nodig hebben in het dorp of de stad. Ze leven binnen de muren op hun eigen manier met zeer beperkte mogelijkheden en de drang om te overleven maakt hen zeer inventief. Ze worden gedreven door het verlangen om gewoon mens te kunnen en te mogen zijn en dromen ervan om opnieuw mee te kunnen in het dagelijkse bestaan buiten deze muren. Ze willen een plaats in de massa. Als je een heel lange tijd afgesloten moet leven, is het onverantwoord om van de ene op de andere dag de sprong in het onbekende te wagen.

Het gevoel niemand en niets meer te zijn, is een dagelijkse confrontatie, met het systeem, met de buitenwereld en met jezelf. Als gedetineerde ben je volledig afhankelijk en beleef je vanaf het eerste ogenblik echt het gevangen zijn. Je mag niet meer doen wat je wilt en alleen maar uitvoeren wat je wordt opgedragen. Je moet alles vragen en ondergaan. Dan besef je: ‘ik ben een gedetineerde’.

Lente, zomer, herfst en winter. Altijd hetzelfde  patroon. Dezelfde mensen, dezelfde kleuren, grijs en grauw, staat en beton. Of toch niet?

Nee, helemaal niet, want in een strafinstelling staat de deur op een kier! In een gevangeniscontext laat dit zeker de wenkbrauwen fronsen. Maar wat een wereld van verschil.

Voordat je in een strafinrichting terechtkomt, heb je al in een arresthuis verbleven. Weten dat je nog een tijd in de gevangenis zult moeten doorbrengen, is geen aangename gedachte. De ervaring van 23 uur per dag in een kleine cel te moeten doorbrengen, verandert snel als je in een strafinrichting terechtkomt. Zou het dan toch lukken om hier terug een leven op te bouwen en het leven richting te geven? Het is alvast het proberen waard.

De deur op een kier. Dat is genieten van de ‘vrijheid’. Een wereld van verschil tegenover een gesloten deur. Je voelt je opeens niet meer ‘opgesloten’, want je kunt zelf bepalen of je ze opent of sluit. En toch zit je in de gevangenis, een aparte leefwereld waar het leven een speciale dimensie heeft. Ver weg van alle dagelijkse realiteit. Je hoort er niet meer bij, je weet niet meer wat er leeft en gebeurt in de vrije wereld. Maar je wilt wel leven. En liefst zo ‘normaal’ mogelijk.

Als je zelf de deur kunt openen, kan je zelf bepalen of je deelneemt aan het leven binnen de muren. Elke dag opnieuw stel je vast dat vel mogelijk is. ‘The sky is the limit’ zouden ze buiten zeggen. Wat een zee aan mogelijkheden die er ontstaan door alleen maar de deur op een kier te laten. Tijdens de vrije momenten aankopen kunnen doen in ‘het winkeltje’ of een bezoekje aan de bibliotheek, een voetbal- of volleybalwedstrijd volgen tussen interne ploegen of externe ploegen, en vooral er zomaar naartoe kunnen gaan. Het voelt zo normaal aan.

Laat ons niet zagen over wat er kan of mag. Regels zijn regels en toch staat er geen limiet op wat er kan georganiseerd worden aan activiteiten. Ook al legt een opendeursysteem heel wat verantwoordelijkheid bij de gedetineerde. Maar wat een ervaring om verantwoordelijkheid te mogen nemen. Als je wilt, krijg je echt bewegingsvrijheid en mag je activiteiten (mee) organiseren. Meedoen of niet? Nuttig of niet? Het hangt niet af van het soort activiteit. Het hangt gewoon af van de manier waarop je kunt deelnemen. Soepel inschrijven, een aparte ruimte, geen pottenkijkers, misschien een natje en een droogje, wat kunnen napraten, met humor en serieus, in de openlucht of binnen. In samenspel met anderen en liefst ook met mensen van buiten de muren. Laat mij het anders zeggen: gewoon zoals de dingen buiten de gevangenis ook zouden plaatsvinden. Hierbij heeft iedereen na afloop een goed gevoel.

Vaak zij  er speciale ‘bak’-gevoelens die de kop opsteken. Waarom zitten wij hier? Hoe kwamen wij hier? Hoe moet dat nu verder? ‘Alleen is maar alleen’ zouden ze buiten zeggen. ‘Praat erover’ zouden ze buiten zeggen.

En hierbinnen dan? Ook hier is er nood aan sociaal contact en aan een goed gesprek.

Veiligheid is dikwijls het sleutelwoord om initiatieven niet te laten plaatsvinden. Mar veiligheid wordt ook bevorderd door onderlinge contacten en vooral door de buitenwereld toe te laten. Breng ‘buiten’ naar ‘binnen’. Het is een venster op de toekomst. Je bent uitgesloten door in de gevangenis te zitten en je wordt nog meer geïsoleerd als je alleen maar kunt bewegen binnen je cel.

Waar vind je gesprekpartners als de deur steeds gesloten is? Hoe kun je spontane contacten leggen met mensen die even willen luisteren, hun mening geven, je uitdagen om mee te doen en je dikwijls ook de weg wijzen? Bij meer emotionele uidagingen zoals slachtoffer dader bemiddeling of andere slachtoffer gerichte activiteiten ontstaat een waar groepsgevoel. openheid, vertrouwen en discretie, het zijn geen loze woorden. Sommigen buitenstaanders begrijpen niet dat een echt groepsgevoel kan ontstaan binnen het gevangeniscontext. Wees maar zeker dat het kan en dat diegenen die het beleefden er heel lang de vruchten van dragen. Het belang van deze en andere reisgenoten staat buiten kijf. Ook de relatie tussen de gedetineerden en personeel wordt normaler als men kan samenleven in een opendeursysteem. Door met zoveel mogelijk mensen en activiteiten in contact te komen blijf je actief en bouw ja aan een weg naar buiten. Er zijn heel veel factoren die bijdragen tot kansen op een succesvolle re-integratie.

Één van de belangrijkste…. laat de deur op een kier….