Tijl Teckmans veroordeeld tot 30 jaar cel

Tijl Teckmans is door de assisenjury in Antwerpen veroordeeld tot 30 jaar cel.
Teckmans werd gisteren al schuldig bevonden aan doodslag op Britta Cloetens en de jury zag ook geen enkele verzachtende omstandigheid. Daarom krijgt Teckmans de maximale celstraf.

De voormalige autoverkoper zal minimaal een derde van zijn straf moeten uitzitten, waardoor hij zeker tot 2026 in de cel zit. Teckmans bracht in april 2011 Britta Cloetens om het leven nadat die informatie kwam inwinnen in de Honda-garage in Wilrijk waar Teckmans werkte. Nadat de man uit Duffel haar had omgebracht in de garage dumpte hij haar, maar tot op de dag van vandaag blijft hij beweren niet meer te weten waar. Daar hechtte de jury geen geloof aan.

“De feiten zijn bijzonder ernstig en getuigen van een gebrek aan respect voor de fysische integriteit van anderen”, zo las voorzitter Michel Jordens het arrest voor. “Beklaagde heeft een narcistische persoonlijkheid met psychopate kenmerken, verzwaard met een ernstige seksuele stoornis. Er is een zeer hoog recidivegevaar, dat blijkt ook uit zijn eerdere veroordeling waaruit hij geen lessen heeft getrokken”, klinkt het in het arrest.

Foute perceptie op de feiten

Voorzitter Jordens sprak Teckmans ook nog persoonlijk aan. “Misschien moet u eens nadenken over uw eigen perceptie op de feiten en de perceptie die anderen hebben op de feiten”, gaf Jordens mee als raad.

“U weet dat er een dag komt om, indien u dat wenst, vervroegd in vrijheid te worden gesteld. Het werken aan uw persoonlijkheid moet dus niet binnen zeven of acht jaar beginnen, maar nu al.”

Teckmans heeft vanaf nu vijftien dagen de tijd om cassatieberoep aan te tekenen.

Voorzitter Jordens sprak tot slot nog enkele woorden van dank en appreciatie uit. Voor de nabestaanden van Britta Cloetens had hij troostende woorden veil. “Ik denk dat we ons in de verste verte niet kunnen voorstellen wat het voor burgerlijke partijen moet zijn om twee weken lang goede dingen, maar ook mindere dingen over hun familie te moeten horen. Moest ik op hun plaats zitten, ik zou niet weten of ik het zou kunnen. Ik buig eerbiedig het hoofd voor hen.”

 

Bron: Gazet van Antwerpen - 13/02/15