Naar aanleiding van onrechtmatige inbreuk door een penitentiaire beambte op een pc van een gedetineerde wordt melding gemaakt aan de commissie van toezicht.
Er zijn bewijzen van de inbreuk aan de hand van logboeken van de computer en er is een getuige die gezien heeft dat een beambte de afgesloten cel op het moment van de inbreuk is binnengetreden. De commissie van toezicht stelt het probleem aan te kaarten bij de directie, die op haar beurt klasseert als een voorval waarvan de bewijskracht onvoldoende is. Inbreuk op de privacy van gedetineerden wordt ongestraft gelaten, de commissie van toezicht keek er naar…