Gedetineerden die in de 150 jaar oude gevangenis van Leuven Centraal zitten, zijn veel meer tevreden dan hun ‘collega's' in de 21ste-eeuwse inrichtingen van Hasselt en Ittre.

 

 

De nadelen van een verouderde cel wegen voor veel gevangenen niet op tegen de voordelen van een losser regime. Nicolas Maeterlinck/belga 2 foto's

Op vlak van respectvolle behandeling, welbevinden, de relaties tussen personeel en gedetineerden, de zorg voor kwetsbare gedetineerden en de ‘eerlijkheid' van het regime scoren de gevangenissen van Hasselt en Ittre beduidend slechter dan de vrouwengevangenis van Berkendael of dan een oudere instelling zoals Leuven Centraal. Dat blijkt uit onderzoek van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC).

Een vreemd resultaat, want Ittre en Hasselt behoren in theorie tot het neusje van de zalm wat betreft strafinrichtingen. Zo is er volgens de Regie der Gebouwen in Hasselt, waar de gevangenis in oktober 2004 klaar was, zo veel mogelijk gestreefd naar groen binnen de muren. Er is gras op elke ‘wandeling', er staan platanen op de grote binnenkoer (tegen ontsnappingen met helikopters), hier en daar duikt kunst op... Ook Ittre staat bekend om zijn natuurlijke lichtinval, relatief gezellige bezoekruimtes en andere ingrepen die de opsluiting draaglijker zouden moeten maken.

‘Maar je mag nog een gouden cel hebben, als je daar tot 23 uur per dag in zit opgesloten, daalt dat gevoel van tevredenheid snel', zegt Luc Robert, die samen met Marie-Sophie Devresse de studie uitvoerde.

‘De meer dan 150 jaar oude gevangenis van Leuven Centraal scoort vooral zo goed omdat het regime er losser is. Tussen zes uur 's ochtends en acht uur 's avonds kunnen de gedetineerden in hun eigen vleugel vrij rondwandelen. Dat is een interne beslissing sinds de vrij vreedzame opstand van 1976. Voor de celdeuren in Leuven sluiten om te gaan slapen kunnen de gedetineerden bij hun buur iets gaan koken. In die nieuwe gevangenissen kan dat niet. Daar mogen de gevangenen enkel rondlopen als ze gaan werken, een opleiding volgen of aan een of andere activiteit meedoen.'

In Ittre en Hasselt hebben alle gevangenen een eigen toilet en soms zelfs een douche. In het algemeen ligt de hygiëne er hoger dan in de stervormige gevangenis van Leuven, maar ook dat verandert niets aan het welbevinden van de gevangenen.

Robert:
‘In Leuven zitten vooral lang gestraften: ze zijn levenslang opgesloten of voor 20 tot 30 jaar. Dat laat zo'n vrij regime misschien makkelijker toe.'

Willekeurige opsluiting

Ook de gevangenis van Berkendael is volgens de gedetineerden relatief aangenaam. ‘Dat is wel een uitzonderlijke inrichting omdat er vrouwen zijn opgesloten en de populatie niet zo hoog is', zegt de onderzoeker.

De tevredenheid over de gevangenissen betekent volgens Robert wel niet dat de straf daardoor een pak lichter aanvoelt. ‘Uit internationaal onderzoek en een studie van het NICC blijkt dat er geen verband bestaat tussen het type gevangenis en recidive. Het regime van de gevangenis zelf vinden de gevangenen wel beter, maar dat heeft geen effect op hun gedrag na de vrijlating.'

De studie stelde ook vast dat er weinig structuur is over alle gevangenissen heen. ‘De inrichtingen zijn niet ingedeeld in laag-, medium en hoogbeveiligd', zegt Robert. ‘Ook de gedetineerden zijn niet in groepen verdeeld volgens hun profiel. Heel vaak zouden ze beter in een open instelling (waar geen omheining is, zoals in Marneffe of Ruiselede, red.) verblijven, maar zitten ze in een compleet gesloten inrichting.'

 

Bron: De Standaard.