Op basis van een rondzendbrief van Justitie mogen verdachte criminelen voor zware misdrijven voortaan een minnelijke schikking sluiten met de aanklagers.

De rondzendbrief is een uitbreiding op een bestaande regeling en is ondermeer bestemd voor misdrijven waarop 20 jaar cel staat.

Het gaat niet enkel om fraude of computercriminaliteit maar ook sommige gevallen van slagen en verwondingen en bendevorming en diefstallen. Zwaar geweld wordt evenwel uitgesloten. De regeling geldt ook niet voor daden van terreur of misdrijven tegen de openbare veiligheid.

De slachtoffers moeten wel hun toestemming geven en de verdachten behouden een blanco strafblad.

De minister van Justitie ontkent dat de uitbreiding van de minnelijke schikking voor zware misdrijven tot straffeloosheid zal leiden.

Wie betaalt behoudt dan wel een blanco strafblad maar zowel de slachtoffers als de sociale en fiscale administratie moeten eerst nog hun toestemming geven. Dat betekent dat de geleden schade moet vergoed worden en dat ook de boetes betaald moeten worden.

De rechters van hun kant zijn niet te spreken over de minnelijke schikking die voortaan mogelijk is voor zware misdrijven. Rechters en onderzoeksrechters vrezen hierdoor buitenspel te worden gezet, gezien de belangrijke rol van de openbare aanklagers. Als de procureurs de schikking goedkeuren kunnen beslissingen van de rechtbank of gerechtelijke onderzoeken vroegtijdig worden afgebroken.

Onder het motto: “Wie geld heeft krijgt lekkers” wordt dan ook gevreesd vanuit de magistratuur dat sommige verdachten hun straf of zelfs veroordeling kunnen afkopen en anderen niet en een nog nieuwe ongelijkheid binnen de rechtspraak is op deze wijze in het leven geroepen.

BRON: tt-EEN VRT-26052012