België opnieuw veroordeeld voor slechte behandeling gevangenen

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) veroordeelt de Belgische Staat voor haar gebrekkig optreden tijdens de cipiersstaking in het voorjaar van 2016. Daarmee gaat het EHRM in tegen een uitspraak van het Brusselse hof van beroep.

Het is niet de eerste keer dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens België veroordeelt voor de omstandigheden waarin gedetineerden in ons land moeten leven.

Deze zaak gaat terug tot het voorjaar van 2016, toen er in verschillende (Waalse en Brusselse) gevangenissen langdurige cipiersstakingen waren. Tijdens die stakingen doken berichten op over de slechte leefomstandigheden van de gedetineerden. Gevangenen konden zich niet of amper wassen, kregen niet op tijd eten, moesten maanden op cel blijven en hadden geen contact met familieleden. Na enige tijd begon ongedierte zich te verspreiden in de gebouwen en staken de gedetineerden uit protest hun matrassen in brand.

Schadevergoeding

Verschillende gedetineerden trokken naar de rechter om de situatie aan te klagen. Aanvankelijk kregen ze ook gelijk en kreeg de Belgische staat dwangsommen opgelegd. Maar nadien kwam er de uitspraak van het hof van beroep. Dat hof oordeelde dat de verplichting om gedetineerden niet te onderwerpen aan foltering en een onmenselijke behandeling slechts gaat om een ‘inspanningsverbintenis’ en dat de Belgische Staat niet aansprakelijk kan worden gesteld voor een cipiersstaking die buiten haar wil is ontstaan.

Daarop stapten de gedetineerden naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dat Hof veroordeelt de Belgische staat nu omdat het onder meer artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens heeft geschonden. Dat artikel bepaalt dat niemand mag onderworpen worden ‘aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen’. Het EHRM legt aan de Belgische Staat ook de betaling van schadevergoedingen op.

‘Geen vrijgeleide’

‘Mijn cliënten zijn tevreden dat het Europees Hof met zijn arrest de controversiële uitspraak van het hof van beroep te Brussel heeft rechtgezet’, reageert advocaat Alexander Hamels. ‘Bijzondere omstandigheden zoals stakingen of covid-19 zijn geen vrijgeleide om de basisrechten van gedetineerden te schenden. Wij zijn hoopvol over de hervormingen van minister (van Justitie, Koen, red.) Geens inzake de minimumdienstverlening in de Belgische gevangenissen, waardoor zulke praktijken zich in de toekomst hopelijk niet meer kunnen voordoen’, aldus Hamels.

De Standaard