In de nasleep van de commotie over de voorwaardelijke invrijheidstelling(VI) van Michelle Martin en vooruitlopend op nieuwe verkiezingen (misschien wel de belangrijkste reden) werd in september 2012 een concensus bereikt binnen het Belgische Kabinet over grondige hervormingen van de wet externe rechtspositie van veroordeelden (WERV). Dan volgde een periode van radiostilte, want zelfs de leden van de Commissie Justitie hebben geen definitieve wettekst gezien. De stilte werd verbroken de laatste week van november 2011 toen de twee belangrijkste adviesraden, de Raad van State (RvS) en de Hoge Raad voor Justitie (HJR) hun adviezen bezorgden aan de regering t.b.v. het voorontwerp van de wet van de minister van Justitie. Opmerkelijk dat beide instanties zeer kritisch tegenover het voorontwerp lijken te staan. Lijken, want jammer genoeg zijn alle adviezen van de Raad van State vertrouwelijk. Toch meldden verschillende persbronnen dat de Raad van State het voorontwerp “ongrondwettelijk en discriminerend” noemde.